Tijdelijke arbeidsovereenkomst opzeggen

Tot 1 januari 2015 liepen tijdelijke arbeidscontracten gewoon af. Daar had je geen omkijken naar. Op 1 januari 2015 is de situatie veranderd: contracten lopen wel automatisch af, maar de werkgever moet een tijdelijke arbeidsovereenkomst opzeggen. Hij moet 1 maand vóór het einde schriftelijk laten weten of het contract wordt verlengd of niet. Doet hij dat niet, dan moet hij een boete betalen: de “aanzegboete”. De boete is gelijk aan één maandsalaris als helemaal niet wordt aangezegd. Als de werkgever “alleen maar” te laat is, moet hij het salaris betalen over de tijd dat hij te laat was. Je begrijpt, dit gaat nogal eens mis.

Brief en gesprek

In een zaak bij de kantonrechter Rotterdam had de werkgever het niet handig aangepakt. De arbeidsovereenkomst van werkneemster liep t/m 3 februari 2015. De werkgever had er dus voor moeten zorgen dat de brief met de aanzegging de werknemer uiterlijk op 3 januari 2015 had bereikt.

Nu is het mooie dat de werkgever al in december 2014 een brief aan werkneemster zond, maar dat werkneemster ontkent die brief te hebben ontvangen. Op 15 januari 2015, in de laatste maand voor de einddatum, heeft werkgever bovendien in een gesprek met werkneemster aangegeven, dat de arbeidsovereenkomst niet verlengd zou worden.

Werkneemster stelt dat niet aan de aanzegplicht is voldaan. Een schriftelijke aanzegging heeft zij niet ontvangen. Werkgever stelt dat hij wel degelijk aan de aanzegplicht heeft voldaan: er was een brief en een gesprek. Werkneemster was dus tijdig op de hoogte.

Schriftelijk en aangetekend tijdelijke arbeidsovereenkomst opzeggen

De rechter is onverbiddelijk. Een tijdelijke arbeidsovereenkomst opzeggen moet schriftelijk gebeuren. Bovendien heeft de aanzegging pas effect op het moment dat die de werknemer heeft bereikt. De brief moet dus een maand vóór het einde van het contract bij de werknemer zijn. Het is voorts aan de werkgever om te bewijzen dat de werknemer de brief tijdelijk heeft ontvangen.

Deze werkgever had de brief niet aangetekend verzonden en kon niet bewijzen dat werkneemster de brief had ontvangen. De mededeling in het gesprek met werkneemster was waardeloos, omdat de wet vereist dat de aanzegging schriftelijk gebeurt. Dat deze werkneemster ervan op de hoogte was dat de arbeidsovereenkomst zou eindigen, maakt dus geen verschil. Werkgever moet de aanzegboete betalen.

Tips

De bewijslast van ontvangen van de schriftelijke aanzegging ligt bij de werkgever. Het is dan ook verstandig de aanzegging aangetekend te versturen. Bewaart u bovendien een kopie van het verzonden exemplaar. Bent u er niet zeker van waar uw werknemer woont? Controleert u dan vooraf het adres. Een e-mail met elektronische ontvangstbevestiging kan ook volstaan.

Agenda’s en termijnen

Een tijdelijke arbeidsovereenkomst opzeggen is voor werkgevers iets om bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst alvast in de agenda te zetten. Werknemers moeten echter ook opletten: een aanzegboete moet binnen 2 maanden(!) worden geëist. Daarna is de vordering verjaard.

De hele uitspraak lezen? Zie Ktr. Rotterdam 5 juni 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:3883.

 

Voor meer informatie en vragen over tijdelijke arbeidsovereenkomst opzeggen (aanzegplicht) of arbeidsrecht in het algemeen, kunt u contact opnemen met gespecialiseerd arbeidsrecht advocaat mr. Astrid Noest via a.noest@noestadvocatuur.nl of via 0252-864 956 / 06-21 89 61 71. 

Author: mr. A. Noest
Published: 2015.11.06

Lisserbroek – Lisse – Nieuw Vennep – Hillegom – Hoofddorp – Sassenheim – Voorhout – Noordwijkerhout – Noordwijk – Aalsmeer – Roelofarendsveen – Leimuiden – Haarlemmermeer – Oegstgeest – Heemstede – arbeidsrecht – advocaat – advocatenkantoor – aanzegplicht – aanzegboete – WWZ – Wet Werk en Zekerheid

Verwante artikelen

Geen reacties toegestaan.