Schorsing, non-actiefstelling, vrijstelling van werk. Verschillende woorden, hetzelfde effect.
Wat doet u als u wordt vrijgesteld van werk? Misschien doet u niets. Het klinkt immers zo onschuldig. En wat doet u als u wordt geschorst? Dat klinkt als een sanctie. U belt een advocaat. Toch?
Schorsing, non-actiefstelling en vrijstelling van werk betekent feitelijk allemaal hetzelfde: u bent niet langer welkom op het werk. Uw werkgever moet u in alle gevallen doorbetalen. Toch klinkt een vrijstelling vriendelijker dan een schorsing. Dat heeft vooral te maken met ingesleten gewoontes. Schorsing wordt meestal alleen gebruik als u naar huis wordt gestuurd als sanctie, als er echts iets niet pluis is. De gevolgen zijn niet anders. Ik zal hierna alleen nog de term “schorsing” gebruiken.
Moet u iets doen? Dat ligt eraan. Het beste kunt u schriftelijk bezwaar maken en u beschikbaar houden om uw werkt te komen verrichten. De vraag is vooral of uw werkgever u zomaar mag schorsen? Aangezien u wordt doorbetaald, kunt u zich immers afvragen of het wel zo erg is als u betaald thuis mag afwachten wat er verder gaat gebeuren.
Schorsing is volgens rechters toch nog steeds een ingrijpende maatregel die niet zonder noodzaak mag worden genomen. Werkgevers moeten een zorgvuldige belangenafweging maken voordat zij tot schorsing overgaan. Daarbij speelt goed werkgeverschap een belangrijke rol. Goed werkgeverschap houdt bijvoorbeeld in dat een werkgever zijn werknemer de uitkomst van een ontslagprocedure werkend laat afwachten. In beginsel mag een werkgever een werknemer dus niet naar huis sturen met een ontslagvoorstel of nadat hij een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter heeft ingediend.
Op 20 januari 2016 heeft de kantonrechter Arnhem een uitspraak gedaan, waarin werknemer was geschorst nadat werkgever een ontslagvoorstel had gedaan. Volgens werkgever was dat om werknemer de tijd te geven goed over het voorstel na te denken. Werknemer ging niet akkoord en werkgever vroeg de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden vanwege disfunctioneren. Werknemer spande een kort geding aan en vroeg wedertewerkstelling: onmiddellijke toelating tot het werk.
De kantonrechter woog de belangen en gaf werknemer haar zin. Er was geen “klemmende noodzaak” voor de schorsing. Alleen als toelating van werknemer op het werk de goede gang van zaken bij werkgever grote schade zou toebrengen, is een schorsing toegestaan. Dat is ook zo, als sprake is van andere “zwaarwegende redenen”. Die redenen moeten dan wel zo zwaarwegend zijn, dat het belang van werknemer om te mogen werken daarvoor moet wijken.
De kantonrechter verwachtte in deze zaak niet dat het ontbindingsverzoek zou slagen. Bovendien had werknemer belang bij doorwerken: zij kon daarmee bonussen (provisie) verdienen, bovenop haar basisloon. Er was geen andere reden om aan te nemen dat werknemer het bedrijf van werkgever zou schaden als zij zou doorwerken. Werkgever moest werknemer dus toelaten tot haar eigen werk.
Zie: de uitspraak van de kantonrechter 20 januari 2016 via ECLI:NL:RBGEL:2015:8277.
Voor meer informatie en vragen over schorsing, non-actiefstelling of arbeidsrecht in het algemeen, kunt u contact opnemen met gespecialiseerd arbeidsrecht advocaat mr. Astrid Noest via a.noest@noestadvocatuur.nl of via 0252-864 956 / 06-21 89 61 71.
Author: mr. A. Noest
Published: 2016.02.29
Lisserbroek – Lisse – Nieuw Vennep – Hillegom – Hoofddorp – Sassenheim – Voorhout – Noordwijkerhout – Noordwijk – Aalsmeer – Roelofarendsveen – Leimuiden – Haarlemmermeer – Oegstgeest – Heemstede – arbeidsrecht – advocaat – advocatenkantoor – schorsing – non-actiefstelling – Wet Werk en Zekerheid – goed werknemerschap – goed werkgeverschap